Geschiedenis
Leer het verhaal achter Fort Barchon kennen
Op deze pagina vertellen wij u graag wat meer over Fort Barchon en z’n rijkelijke geschiedenis. Mocht u nog meer inlichtingen wensen, kan u ons vrijblijvend aanspreken.
Van opbouw tot museum
Fort Barchon is een van de twaalf forten die eind negentiende eeuw gebouwd werden als onderdeel van de vestingwerken in Luik. Tussen 1881 en 1884 vonden de bouwwerken plaats o.l.v. generaal Henri Alexis Brialmont. In tegenstelling tot de Franse forten die in dezelfde periode werden gebouwd, bestaat het fort uitsluitend uit ongewapend beton in plaats van metselwerk. Het beton was in die tijd een baanbrekend materiaal.
Tijdens de slag om Luik werd het fort zwaar aangetast door Duitse artillerie. In de jaren 1930 werd het gebouw dan weer opgewaardeerd om Duitse aanvallen te voorkomen en/of te vertragen. Zo kreeg Luik een versterkte positie. Uiteindelijk veroverden Duitse troepen het fort in 1940 gedurende de slag om België.
Vandaag de dag is Fort Barchon bewaard gebleven als museum dat vrij toegankelijk is voor publiek. Als u het zelf met de wagen wil bezoeken, vindt u het fort op ongeveer negen kilometer ten noordoosten van Luik-centrum, vlak bij de E40.
Afmetingen van het fort
Fort Barchon heeft de vorm van een gelijkbenige driehoek, waarvan de basis 300 meter lang is en de zijden elk 235 meter bedragen. Het fort is een van de grotere forten in Luik. Een gracht van zes op acht meter diep omsluit de constructie.
Die werd in enfilade verdedigd door 57 mm-kanonnen in kazematten die op contrescarpbatterijen leken. De batterijen schoten op schotfuiken aan de andere kant van de gracht. De belangrijkste bewapening zit verzameld in het centrale massief.
Fort Barchon onder vuur
Met uitzondering van het Fort van Loncin voorzagen de Belgische forten weinig in de dagelijkse behoeften van hun garnizoenen in oorlogstijd. De latrines, douches, keukens en het mortuarium werden ondergebracht in de contrescarp van het fort, een locatie die onhoudbaar was in de strijd.
Dat zou grote gevolgen hebben voor het vermogen van het fort om een lange aanval te doorstaan. De dienstruimten werden recht tegenover de kazerne geplaatst, die uitkwam op de gracht aan de achterzijde van het fort (d.w.z. in de richting van Luik), met minder bescherming dan de twee “saillante” zijden.
De forten van Brialmont plaatsten een zwakkere zijde naar achteren om herovering door Belgische troepen van achteren mogelijk te maken en situeerden de kazernes en ondersteunende voorzieningen aan die zijde. Daarbij werd de achterste gracht gebruikt om licht binnen te laten en de woonruimtes te ventileren. In de strijd maakte zwaar granaatvuur de achterste gracht onhoudbaar. Duitse troepen konden immers tussen de forten komen en ze van achteren aanvallen.
De forten van Brialmont waren ontworpen om te worden beschermd tegen granaatvuur van het zwaarste geschut: 21 cm. Voor de top van het centrale massief werd vier meter ongewapend beton gebruikt. Voor de minder blootgestelde muren van de kazerne werd dan weer anderhalve meter ingezet. Onder vuur werden de forten beschadigd door 21 cm-vuur en waren ze niet bestand tegen zwaarder geschut.
Bewapening
De bewapening van Fort Barchon omvatte:
- twee draaibare Grüsonwerke-geschutskoepels met een enkel kanon (21 cm Ø)
- een Creusotgeschutskoepel (15 cm Ø) met twee kanonnen
- twee Châtillon-Commentry geschutskoepels (12 cm Ø) met twee kanonnen
Die dienden allemaal voor verre doelen. Vier intrekbare Grüsonwerkegeschutskoepels (57 mm Ø) werden voorzien voor lokale verdediging. Het fort had verder een observatietoren met een zoeklicht. Negen snelvurende Grüsonwerkekanonnen (57 mm Ø) werden geleverd in kazematten om de grachten en het fort te verdedigen, net als twee mobiele kanonnen.
De zware kanonnen van het fort waren Duits, doorgaans Krupp, terwijl de koepelmechanismen van verschillende herkomst waren. Het fort was voorzien van signaallichten om communicatie met het naburige Fort de Loncin en Fort de Liers mogelijk te maken. De kanonnen werden afgevuurd met zwart kruit in plaats van rookloos kruit, waardoor verstikkend gas ontstond in de kleine schietruimten die zich over het complete fort verspreidden.
Het fort werd bemand door 300 artilleristen en 90 infanteristen, onder leiding van kapitein-commandant Hannefstingels.
Aanvallen die het fort doorstond
Barchon werd voor het eerst aangevallen op 5 augustus 1914, een dag voordat de stad voor het eerst onder vuur kwam te liggen. Op 6 augustus werden Duitse troepen die probeerden te infiltreren tussen Barchon en de Maas gedwongen zich terug te trekken. Omdat de Luikse vestingwerken onverwacht hardnekkig waren gebleken, brachten de Duitsers zwaar belegeringsgeschut mee om de forten te bestoken met granaten die veel groter waren dan waarvoor ze waren ontworpen.
Vanaf 8 augustus werd het fort zwaar gebombardeerd met 21 cm-artillerie. De overgave van het fort werd geëist onder een wapenstilstand: na weigering werd het bombardement hervat. Een groot deel van de bewapening van het fort werd beschadigd en de lucht kon niet meer ingeademd worden. Barchon gaf zich om 16.00 uur over, als eerste van de Luikse forten. Tweeëntwintig mannen van het garnizoen kwamen om.
In 1915 ondernamen de Duitsers een verbeteringsprogramma voor Barchon en andere Luikse posities, waarbij ze de ingang aanpasten, betonnen dekking toevoegden en metalen vloeren onder betonnen plafonds aanbrachten. Niet-structurele verbeteringen bestonden uit geforceerde ventilatie installeren en latrines, keukens en de bakkerij naar het hoofdfort verplaatsen.
De bewapening van Barchon werd in de jaren 1930 verbeterd om deel uit te maken van de versterkte stelling van Luik II. Die was bedoeld om een Duitse inval over de nabijgelegen grens af te schrikken. De koepels met een doorsnede van 21 cm werden vervangen door exemplaren met een doorsnede van 15 cm, die een groter bereik hadden. Die laatste koepels werden op hun beurt vervangen door een koepel met machinegeweren en granaatwerpers.
De koepels met een doorsnede van 12 cm werden uiteindelijk vervangen door koepels met twee 105 mm-kanonnen. Dubbele 120 mm-mortieren werden eveneens toegevoegd. Die nieuwe wapens waren van Duitse makelij. Vijf koepels (75 mm Ø) werden toegevoegd, evenals een luchtafweerbatterij met machinegeweren. De bescherming werd aanzienlijk verhoogd. Dat proces ging gepaard met verbeteringen qua ventilatie, bescherming, sanitaire voorzieningen, communicatie en elektriciteit.
Er kwam een versterkte luchtinlaat om de ventilatie te verbeteren. In dezelfde periode werden nieuwe barakken gebouwd voor huisvesting in vredestijd. Het fort had daarnaast een duiventil voor postduiven. Het fort werd bemand door 221 mannen, 53 onderofficieren en 11 officieren, onder leiding van kapitein-commandant Pourbaix.
Fort Barchon opende in de ochtend van 10 mei het vuur ter ondersteuning van Fort Eben-Emael met 15 cm-geschut. De luchtdoelbatterij schoot een Duits vliegtuig neer. De veldtroepen van het Belgische leger trokken zich op 11 mei terug en lieten de Luikse forten alleen achter. Barchon bleef Eben-Emael en Aubin-Neufchâteau ondersteunen.
Op 12 mei werd het fort rechtstreeks aangevallen door Duitse infanterie. De volgende dag werd Barchon zwaar gebombardeerd door artillerie. Eén van de 75 mm-kanonnen werd overladen en explodeerde. De bombardementen en infanterieaanvallen gingen door tot 17 mei, toen het fort vanuit de lucht werd aangevallen.
Zwaar beschadigd vocht het fort tot 18 mei, toen de 105 mm-koepel werd uitgeschakeld. De Duitsers vroegen om overgave, waarop de artillerie- en luchtbombardementen werden hervat. De Duitsers voerden ’s middags een infanterieaanval uit, ondersteund door vlammenwerpers, waarna ze het fort om 18.00 uur innamen. Het garnizoen telde vier doden en 22 gewonden.
Komen airsoften in een historische setting?
Schrijf u vandaag nog in via onze reservatietool!